Gertrudis Kerk
De Gertudiskerk dateert van 1557.
In het kerkportaal op de leien staan de namen van de predikanten vermeld die tot 1927 in Lutkewierum werkzaam waren. Bij het betreden van het kerkgebouw vindt U onder de orgelpijpen “het alziend oog”. Het middenpad bestaat uit oude grafzerken, die afkomstig zijn van families van 3 states, t.w.
– Groot Mollemastate
– Groot Buckamastate
– State Rheen
Op de hoeken van de graven zien we dikwijls de volgende afbeeldingen: een kind, een jongeman, een bejaarde en een schedel (het levenseinde). In de koorruimte is het graf van Pastoor Meinse Jansz., broederlijk naast een aantal domineesgraven. In de grafsteen van de pastoor zien we een adelaar (de evangelist Johannes symboliserend), een engel (Mattheüs), een rund (Lucas) en een leeuw (Marcus). Het bovenste gedeelte van de steen laat de miskelk zien met een stukje brood erboven, terwijl de broodschaal weer iets hoger staat geplaatst.
Links en rechts van de miskelk de wijnkannen. De vaas met bloemen is het symbool voor “ Het leven ”, de vaas met rook “ Het Uitgebluste Leven ”. Het staande doopvont is ontworpen door Chris Fokma, het voetstuk van het eerste doopvont vindt men nog in het kerkmuseum van Janum. In de kerk bevindt zich een instrument van de bekende 18e en 19e eeuwse orgelbouwers uit Friesland: de familie van Dam.
Het orgel uit deze kerk dateert van 1860. De kas van het orgel is robuust opgebouwd, want men vond dat een relatief grote kerk een stevig orgel nodig had. De pijpen zijn omlijst door kunstig snijwerk. De 18 olielampen zijn origineel en branden nog bij bijzondere diensten, zoals kerstnacht en oudejaarsdienst. De klokken touwen in de toren zijn verbonden aan een grote en kleine klok, resp. gegoten in 1516 en 1950.
De vroegere kleine klok van 1737 is door de Duitsers gevorderd en niet weer teruggebracht.
Buiten de kerk, aan de zuidzijde vindt U de steen met de vermelding van de broodprijs uit 1557. Die was toen 12 stuivers wat uitzonderlijk hoog was voor die tijd, dit tengevolge van de mislukte graanoogst.